Dagboek uit New York
Over een paar dagen ga ik alweer weg uit New York. De tijd
is omgevlogen. De constante stroom van energie die hier heerst heeft me
opgetild en ervoor gezorgd dat ik van werkafspraak naar museum, van filmhuis
naar jazzclub en van winkel naar bageltent vloog,
Voor de interviews voor mijn boek over de derde generatie
sprak ik met dertigers die hun hele leven in het teken zetten van de Holocaust
door er films of universitaire scripties over te maken. Ik sprak met mensen die
ongelooflijk trots waren dat hun grootouders de kampen hebben overleefd en
anderen die zich geenszins met de Jodenvervolging van meer dan zeventig jaar
geleden willen identificeren. Ik ontmoette jongeren die zich ernstige zorgen maken
over de slag naar rechts binnen de Israëlische politiek en twintigers die in
ondersteuningscomité voor de nederzettingen zitten. Op zoek naar de meest
interessante verhalen raasde ik door Brooklyn, Manhattan, Queens en Washington
D.C.
Ik kwam in aanraking met het ‘Reform Judaism’ tijdens een sjabbat-dienst
met een vrouwelijke chazan, een zevenkoppige gospelband en een sushi maaltijd
na afloop. Interessant, maar wel erg ver verwijderd van elke traditie waar
ik ooit eerder mee in aanraking
kwam. Ook raakte ik bekend met de andere kant van het spectrum tijdens purim in
Borough Park, de grootste Satmar gemeenschap buiten Israel, waar ik door
jongetjes met peis en grote hoeden werd bekogeld met rotjes omdat ik er te gojs
uitzag.
Ik zag films over het lied ‘Hava Nagila’, over
kampoverlevenden die elk jaar in een vakantiedorp bij elkaar komen en over Chassidische
joden die proberen uit hun strenge gemeenschap te ontsnappen. Ik zag prachtige toneelstukken
van schrijver Chaim Potok en at de lekkerste Hamansoren die ik ooit heb
geproefd.
En toch, ondanks dat het een geweldig inspirerende en
intense ervaring was, ben ik blij om binnenkort terug te gaan. Dat is misschien
de belangrijkste les geweest: ik schop wel eens tegen de Nederlandse cultuur en
maatschappij aan, maar uiteindelijk is dit toch waar ik thuis hoor. Hier wonen
namelijk mijn familie, vrienden en vriend. Het enigszins kleffe Amerikaanse
gezegde luidt niet voor niets: ‘Home is where the heart is.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten